Je hebt ten minste twee fysieke interfaces nodig om inter-vlan routering uit te voeren met traditionele routing. Dit is waarom:
* vlans zijn logisch :VLAN's definiëren groepen apparaten binnen een netwerk, maar ze verbinden ze niet inherent. U hebt fysieke verbindingen nodig om deze logische scheidingen te overbruggen.
* Routers verbinden netwerken :Traditionele routers zijn de apparaten die verschillende netwerken verbinden, waaronder VLAN's. Ze fungeren als de "brug" tussen deze logische segmenten.
Hier is een typische opstelling:
1. router :De router is het centrale punt voor inter-vlan routing.
2. vlan interfaces :De router heeft meerdere interfaces, elk geconfigureerd voor een specifiek VLAN. Deze interfaces worden vaak "sub-interfaces" genoemd.
3. Fysieke interfaces :Dit zijn de fysieke poorten op de router waar apparaten verbinding maken. Elke fysieke poort kan worden toegewezen aan een VLAN.
Voorbeeld:
* VLAN 10:bevat alle computers op de verkoopafdeling.
* VLAN 20:Bevat alle computers op de marketingafdeling.
Om het verkeer tussen deze VLAN's te routeren:
1. Fysieke interfaces :De router zou twee fysieke interfaces hebben die zijn verbonden met schakelaars of hubs die apparaten op elk VLAN verbinden.
2. vlan interfaces :De router zou twee sub-interfaces hebben, een voor VLAN 10 en één voor VLAN 20.
3. Routering :De router zou dan worden geconfigureerd om het verkeer tussen de twee VLAN -interfaces door te sturen, waardoor communicatie tussen de verkoop- en marketingafdelingen effectief mogelijk is.
Opmerking: Hoewel twee interfaces het minimum zijn, heeft u mogelijk meer afhankelijk van de complexiteit van uw netwerk en het aantal VLAN's dat u wilt aansluiten. |