De IEEE Ethernet -framekop bevat de volgende velden:
1. Preambule (8 bytes): Een volgorde van afwisselende 0s en 1's die worden gebruikt voor synchronisatie en zodat de ontvanger het begin van het frame kan detecteren.
2. Start Frame Delimiter (SFD) (1 byte): Een speciaal patroon (0xab) dat het uiteinde van de preambule en het begin van de header markeert.
3. Bestemmingsadres (MAC -adres) (6 bytes): Het fysieke adres van de beoogde ontvanger van het frame.
4. Bronadres (MAC -adres) (6 bytes): Het fysieke adres van de afzender van het frame.
5. Type/lengte (2 bytes): Dit veld geeft ofwel de lengte van de gegevensvergoeding aan (indien minder dan 1500 bytes) of het type protocol dat wordt uitgevoerd in de lading (indien groter dan 1500 bytes).
6. Gegevens (variabele lengte): Dit veld bevat de werkelijke gegevens die worden verzonden, zoals een IP -pakket.
7. Frame Controle volgorde (FCS) (4 bytes): Een cyclische redundantiecontrole (CRC) -waarde berekend over het gehele frame. Dit wordt door de ontvanger gebruikt om fouten in de verzonden gegevens te detecteren.
Opmerking: De totale lengte van de Ethernet -framekop is 14 bytes. |