De schakeltechniek waarmee u het verkeer van meer dan één VLAN via een enkele switch -interface kunt voordrijven, wordt trunking genoemd .
trunking is een mechanisme waarbij meerdere VLAN's worden gedragen via een enkele fysieke link, waardoor verkeer van verschillende VLAN's effectief dezelfde fysieke verbinding kan delen. Dit wordt bereikt door VLAN -tags in de framekoppen in te kappen, waardoor de schakelaar kan identificeren tot welke VLAN het verkeer behoort.
Hier is hoe het werkt:
1. Configuratie: U configureert de switch -interfaces aan beide uiteinden van de link als trunkpoorten. Hierdoor kan de interface getagd verkeer ondersteunen.
2. VLAN -tags: Elke VLAN heeft een unieke identificatie (VLAN ID). Deze ID wordt door de schakelaar aan de framekop toegevoegd wanneer het frame afkomstig is van een bepaald VLAN.
3. Transmissie: Wanneer een frame aankomt bij de trunk -poort, onderzoekt de schakelaar de VLAN -tag en routeert deze dienovereenkomstig, zodat verkeer van verschillende VLAN's geïsoleerd blijft.
Gemeenschappelijke trunking -protocollen:
* 802.1q: Dit is het meest gebruikte trunking -protocol, dat robuuste VLAN -tagging en inkapseling biedt.
* ISL (inter-schakelaarlink): Dit protocol is ontwikkeld door Cisco en wordt minder vaak gebruikt dan 802.1Q.
Voordelen van trunking:
* Verminderde fysieke verbindingen: Er zijn minder fysieke verbindingen nodig voor meerdere VLAN's, waardoor het netwerkbeheer wordt vereenvoudigd.
* Verhoogd bandbreedtegebruik: Gedeelde bandbreedte tussen VLAN's op een trunk -link verbetert de netwerkefficiëntie.
* flexibiliteit: Zorgt voor eenvoudige VLAN -herconfiguratie zonder fysieke verbindingen te wijzigen.
Opmerking: Hoewel Trunking meerdere VLAN's toestaat een link te delen, is het cruciaal om geschikte beveiligingsmaatregelen zoals VLAN -isolatie en ACL's te configureren om ongeautoriseerde communicatie tussen VLAN's te voorkomen. |