Hier is een uitsplitsing van hoe routers routeringstabellen gebruiken om het beste pad naar een bestemmingsnetwerk te kiezen:
1. De routeringstabel:een kaart van netwerken
* Doel: Een routetabel is als een map voor een router. Het bevat een lijst met bekende netwerkbestemmingen (IP-adressen of netwerkbereiken) en de bekendste paden om ze te bereiken.
* Structuur: Een routeringstabel heeft meestal vermeldingen met de volgende informatie:
* bestemmingsnetwerk: Het netwerkadres dat de router wil bereiken.
* Volgende hop: Het IP -adres van de volgende buur van de router op het pad naar het bestemmingsnetwerk.
* metriek: Een waarde die de kosten aangeeft (bijvoorbeeld het aantal hops, bandbreedte, latentie) van het gebruik van die route.
2. Het routeringsproces
1. Pakketaankomst: Een router ontvangt een pakket met een bestemmings -IP -adres.
2. op zoek naar bestemmingsnetwerk: De router doorzoekt zijn routingtabel naar een item dat overeenkomt met het bestemmingsnetwerk van het pakket.
3. Beste padselectie: Als een match wordt gevonden, selecteert de router de route met de laagste metriek (het beste pad) om die bestemming te bereiken.
4. Volgende hopbepaling: De geselecteerde route biedt het IP -adres van de volgende hoprouter.
5. Pakket doorsturen: De router stuurt het pakket door naar de volgende hoprouter op het vastberaden pad.
3. Factoren die padselectie beïnvloeden
* Administratieve configuratie: Netwerkbeheerders kunnen handmatig specifieke routes in de routeringstabel configureren, waardoor mogelijk automatisch geleerde routes worden overschreden.
* routingprotocollen: Routers gebruiken routingprotocollen (bijv. RIP, OSPF, BGP) om hun routeringstabellen dynamisch te leren en bij te werken. Deze protocollen wisselen informatie uit met andere routers om de beste paden te bepalen.
* Metrics: Routingprotocollen gebruiken verschillende statistieken om routes te evalueren. Gemeenschappelijke statistieken zijn onder meer:
* hoptelling: Het aantal routers dat het pakket moet doorkruisen.
* bandbreedte: De beschikbare bandbreedte op de route.
* latentie: De vertraging die op de route is aangetroffen.
4. Voorbeelden
* direct verbonden netwerk: Als het bestemmingsnetwerk rechtstreeks is aangesloten op de router, heeft de route een volgende hop van "0.0.0.0", wat aangeeft dat het pakket rechtstreeks naar de bestemming wordt verzonden.
* Standaardroute: Een router kan een standaardroute hebben die de volgende hop aangeeft voor elke bestemming die niet expliciet in de routeringstabel wordt vermeld.
Samenvattend
Routers gebruiken hun routeringstabellen om pakketten efficiënt en betrouwbaar door te sturen naar bestemmingsnetwerken. Door de beschikbare routes te evalueren op basis van verschillende statistieken, selecteren ze het beste pad om ervoor te zorgen dat pakketten hun beoogde ontvangers bereiken. |