De relatie tussen een actieve applicatie en de taakbalk is in de eerste plaats een relatie van representatie en controle .
* Vertegenwoordiging: Wanneer een applicatie actief is, heeft deze meestal een pictogram of knop op de taakbalk. Dit pictogram vertegenwoordigt de toepassing en de huidige status (geminimaliseerd, gemaximaliseerd of hersteld). Als u op dit pictogram klikt, wordt de applicatie op de voorgrond geplaatst, waardoor deze de actieve applicatie wordt.
* Controle: De taakbalk biedt een snelle en gemakkelijke manier om tussen actieve applicaties te schakelen. Als u op het pictogram van een applicatie op de taakbalk klikt, wordt die applicatie geactiveerd en komt het venster naar voren. De taakbalk biedt ook een contextmenu (klik met de rechtermuisknop) voor het beheren van de toepassing, zoals sluiten, minimaliseren of vastzetten op de taakbalk.
Kortom, de taakbalk fungeert als een visueel en interactief controlecentrum voor het beheren van actieve en actieve applicaties. De actieve applicatie staat momenteel op de voorgrond en heeft meestal een gemarkeerd of anders vormgegeven pictogram op de taakbalk. |