Het werkgroepmodel, ook wel een peer-to-peer-model genoemd , is een type computernetwerkarchitectuur waarbij computers bronnen rechtstreeks met elkaar delen zonder dat er een centrale server nodig is. Elke computer in de werkgroep wordt als gelijkwaardig beschouwd; het zijn allemaal clients en kunnen allemaal bestanden, printers en andere bronnen met elkaar delen.
Hier is een overzicht van de belangrijkste kenmerken:
* Gedecentraliseerd: Er is geen centrale autoriteit of server die de toegang of bronnen beheert. Het delen van bronnen wordt rechtstreeks tussen individuele machines afgehandeld.
* Eenvoudig in te stellen: Over het algemeen eenvoudiger en sneller op te zetten dan client-server-netwerken, vooral voor kleine groepen.
* Beperkte schaalbaarheid: Schaalt niet goed naar grote aantallen gebruikers of computers. Het beheren van bronnen en beveiliging wordt complexer naarmate het netwerk groeit.
* Beveiligingsproblemen: Beveiliging is afhankelijk van het feit dat de beveiliging van elke afzonderlijke machine correct is geconfigureerd. Een gecompromitteerde machine kan gemakkelijk de hele werkgroep beïnvloeden.
* Beschikbaarheid van bronnen: De beschikbaarheid van bronnen is afhankelijk van de individuele computers die zijn ingeschakeld en toegankelijk zijn. Als een machine offline is, zijn de bronnen ervan niet beschikbaar.
* Geschikt voor kleine groepen: Meest geschikt voor kleine kantoren, woningen of groepen gebruikers die eenvoudig bronnen willen delen.
In tegenstelling tot een client-servermodel (waarbij een centrale server de bronnen en toegang beheert), biedt het werkgroepmodel meer eenvoud, maar minder controle en schaalbaarheid. Moderne besturingssystemen ondersteunen vaak beide modellen, waardoor gebruikers de beste aanpak voor hun behoeften kunnen kiezen. |