Taken uitgevoerd door de controle-eenheid:
1. Bedient alle apparaten :Besturingseenheid bestuurt alle apparaten die zijn aangesloten op de centrale verwerkingseenheid (CPU). Deze apparaten omvatten invoer- en uitvoerapparaten, geheugen en rekenkundige logische eenheid (ALU).
2. Haalt instructies op :De besturingseenheid haalt instructies uit het programmageheugen en slaat deze op in het instructieregister. Het instructieregister bevat de momenteel uitgevoerde instructie.
3. Decodeert instructies :De besturingseenheid decodeert vervolgens de instructies door ze om te zetten in een formaat dat door de CPU kan worden begrepen.
4. Beheert de volgorde van bewerkingen :De besturingseenheid stuurt de volgorde van de door de CPU uit te voeren handelingen. Het bepaalt de volgorde waarin instructies worden uitgevoerd en stuurt de juiste signalen naar de andere apparaten.
5. Communicatie met andere apparaten :Besturingseenheid fungeert als communicatie-interface tussen de CPU en andere apparaten die erop zijn aangesloten. Het wisselt gegevens en besturingssignalen uit met deze apparaten om hun activiteiten te coördineren.
6. Timing en synchronisatie :Besturingseenheid genereert en distribueert kloksignalen om verschillende bewerkingen binnen de CPU te synchroniseren. Het zorgt ervoor dat verschillende componenten in hetzelfde tempo werken en dat de gegevensverwerking tijdig plaatsvindt.
7. Afhandeling van uitzonderingen :De besturingseenheid beheert uitzonderlijke omstandigheden die kunnen optreden tijdens de uitvoering van het programma. Als zich een uitzonderlijke situatie voordoet (zoals bijvoorbeeld een schending van de geheugentoegang of een rekenkundige overloop), onderneemt de besturingseenheid passende maatregelen om de uitzondering af te handelen.
Door deze taken uit te voeren speelt de besturingseenheid een cruciale rol bij het aansturen en coördineren van de activiteiten van verschillende componenten van de CPU en het garanderen van een soepele uitvoering van programma's. |