Het uitvoeren van een programma op een volledig toegewijde machine omvat gewoonlijk vier essentiële stappen:
1. Installeer de vereiste software :Voordat u het beoogde programma uitvoert, moet u ervoor zorgen dat de speciale machine over de benodigde software of runtime-omgevingen beschikt die nodig zijn om het programma goed te laten functioneren. Dit kunnen vereiste bibliotheken of bepaalde softwarepakketten zijn.
2. Programmacompilatie (indien van toepassing) :Als het programma compilatie van een broncode vereist, voert u de compilatiestap uit. Dit proces zet de voor mensen leesbare broncode om in efficiënte machine-uitvoerbare code.
3. Programma-uitvoering :Zodra het programma is gecompileerd of klaar is om te worden uitgevoerd, voert u het uit door het juiste uitvoerbare bestand of scriptbestand aan te roepen. Hierdoor wordt de uitvoering van het programma op de speciale machine gestart.
4. Toezicht en controle :Terwijl het programma actief is, moet u mogelijk de voortgang ervan controleren, invoer invoeren of de uitvoering ervan controleren. Afhankelijk van het programma kan dit het gebruik van opdrachten, GUI's of andere interactieve interfaces inhouden.
Opmerking:De exacte stappen kunnen variëren, afhankelijk van het specifieke programma, besturingssysteem en de omgeving van de specifieke machine. |