1. Scannen
Het originele document wordt op de glasplaat geplaatst. De scanner scant het document vervolgens regel voor regel en zet het beeld om in een reeks elektrische signalen.
2. Digitalisering
Vervolgens worden de elektrische signalen gedigitaliseerd, wat betekent dat ze worden omgezet in een binaire code. De binaire code is een reeks nullen en enen die de lichte en donkere delen van het originele document vertegenwoordigen.
3. Compressie
Het gedigitaliseerde beeld wordt vervolgens gecomprimeerd om de grootte ervan te verkleinen. Dit wordt gedaan door onnodige gegevens te verwijderen, zoals de spaties tussen tekstregels.
4. Verzending
Het gecomprimeerde beeld wordt vervolgens via een telefoonlijn of ander communicatiekanaal verzonden. De transmissiesnelheid kan variëren, maar ligt doorgaans rond de 14,4 kilobits per seconde (kbps).
5. Ontvangen
Het ontvangende faxapparaat ontvangt de gecomprimeerde afbeelding en decomprimeert deze. Het gedecomprimeerde beeld wordt vervolgens op papier afgedrukt.
6. Extra functies
Faxmachines hebben ook een aantal extra functies, zoals:
* Automatische documentinvoer:hiermee kunt u meerdere pagina's tegelijk in het faxapparaat laden.
* Geheugenopslag:hiermee kunt u faxen opslaan in het geheugen van het faxapparaat, zodat u ze later kunt bekijken.
* Beller-ID:hier ziet u het telefoonnummer van de persoon die de fax heeft verzonden.
* Ongewenste faxen blokkeren:hiermee kunt u voorkomen dat ongewenste faxen worden ontvangen. |