Gegevens
Data zijn de grondstoffen die onder hun werken in een computer worden ingevoerd. Het kan van alles zijn, van tekst tot afbeeldingen, van audio tot video. Gegevens zijn wat computers gebruiken om berekeningen uit te voeren, programma's te maken en informatie op te slaan.
Instructies
Instructies zijn de regels die de computer vertellen wat hij met de gegevens moet doen. Instructies kunnen in verschillende programmeertalen worden geschreven, zoals C++, Java en Python. Wanneer een computer instructies uitvoert, volgt deze de stappen die in de code zijn beschreven om de gewenste uitvoer te produceren.
Hardware
Hardware zijn de fysieke componenten van een computer, zoals de processor, het geheugen en de opslag. Hardware is verantwoordelijk voor het uitvoeren van de instructies en het opslaan van de gegevens. Het type hardware dat een computer heeft, bepaalt wat voor soort taken deze kan uitvoeren.
Software
Software is de reeks programma's die op een computer zijn geïnstalleerd. Software kan besturingssystemen, applicaties en stuurprogramma's omvatten. Software is verantwoordelijk voor het leveren van de gebruikersinterface, het beheren van de hardware en het uitvoeren van verschillende taken. |