PCIe-kaarten krijgen hun kracht op twee manieren:
* Via het PCIe-slot zelf: Het PCIe-slot levert via meerdere pinnen rechtstreeks stroom aan de kaart. De hoeveelheid beschikbare stroom hangt af van de versie van het PCIe-slot en de stroomvereisten van de kaart. PCIe-slots bieden verschillende vermogensafgiftemogelijkheden, aangegeven door PCIe-stroomspecificaties (PCIe x16-slots bieden bijvoorbeeld meer stroom dan PCIe x1-slots).
* Via een aparte voedingsconnector: Veel stroomvretende PCIe-kaarten, zoals geavanceerde grafische kaarten of sommige netwerkinterfacekaarten, vereisen meer stroom dan een PCIe-slot alleen kan bieden. Deze kaarten bevatten doorgaans een of meer extra voedingsconnectoren (meestal 6-pins of 8-pins) die rechtstreeks op de voeding van de computer kunnen worden aangesloten. Deze connectoren omzeilen de stroomvoorziening van het PCIe-slot en bieden een speciale stroombron voor de kaart.
Kortom, een PCIe-kaart haalt *altijd* wat stroom uit het PCIe-slot. Kaarten met hoge prestaties vullen dit echter vaak aan met stroom via speciale connectoren die rechtstreeks op de PSU zijn aangesloten. De behoefte aan aanvullende voedingsconnectoren wordt bepaald doordat het stroomverbruik van de kaart groter is dan wat het PCIe-slot veilig en betrouwbaar kan leveren. |