Ponskaarten, ook wel Hollerith-kaarten genoemd, dienden als een manier om informatie op te slaan en te verwerken. Hun functie was om gegevens weer te geven als een reeks gaten in specifieke locaties op een kaart. Deze gaten kunnen vervolgens door een machine worden gelezen, waardoor geautomatiseerde gegevensverwerking mogelijk is. In wezen waren ze een zeer vroege vorm van computergeheugen en invoer/uitvoer. Verschillende gatposities vertegenwoordigden verschillende stukjes gegevens, waardoor codering van cijfers, letters en andere symbolen mogelijk was. |