Een uitgangskaart is, in de context van elektronica en computersystemen, een uitbreidingskaart die een computer of ander elektronisch apparaat een manier biedt om gegevens of signalen naar externe apparaten te verzenden. Het fungeert in wezen als een interface tussen de interne werking van het systeem en de buitenwereld.
Het specifieke type uitvoer is afhankelijk van de kaart. Voorbeelden zijn onder meer:
* Grafische kaarten (GPU): Stuur visuele informatie naar een monitor.
* Geluidskaarten: Stuur audiosignalen naar luidsprekers of hoofdtelefoons.
* Netwerkinterfacekaarten (NIC's): Gegevens verzenden en ontvangen via een netwerk. Hoewel het vaak als input/output wordt beschouwd, is het *verzendende* aspect puur output.
* Parallelle poortkaarten: (Oudere technologie) Verzend gegevens naar printers en andere apparaten met behulp van een parallelle interface.
* Seriële poortkaarten: (Oudere technologie) Verzend gegevens naar apparaten via een seriële interface.
* DAC-kaarten (digitaal-naar-analoog converter): Zet digitale signalen om in analoge signalen voor gebruik met analoge apparatuur.
Kortom, alles dat interne gegevens opneemt en deze extern beschikbaar maakt via een specifieke verbinding, is een soort uitvoerkaart. |