1. Het besturingssysteem detecteert de nieuwe hardware en start het Plug and Play-proces.
Het Plug and Play-proces is een gestandaardiseerde manier voor Windows om nieuwe hardwareapparaten te detecteren en te configureren. Wanneer een nieuw apparaat op de computer wordt aangesloten, leest Windows de identificatiegegevens van het apparaat uit de firmware van het apparaat. Deze informatie omvat de naam van het apparaat, de fabrikant, het modelnummer en andere details.
2. Windows zoekt naar een stuurprogramma voor het nieuwe apparaat.
Zodra Windows het nieuwe apparaat heeft geïdentificeerd, zoekt het naar een stuurprogramma voor het apparaat. Een stuurprogramma is een softwareprogramma waarmee Windows met het apparaat kan communiceren. Stuurprogramma's worden doorgaans geleverd door de fabrikant van het apparaat.
3. Als er een stuurprogramma wordt gevonden, installeert Windows dit en configureert het apparaat.
Als Windows een stuurprogramma voor het nieuwe apparaat vindt, wordt het stuurprogramma geïnstalleerd en wordt het apparaat geconfigureerd. Dit kan gepaard gaan met het instellen van apparaatspecifieke instellingen, zoals de resolutie van het apparaat (voor een monitor) of het papierformaat van de printer.
4. Het apparaat is nu klaar voor gebruik.
Zodra Windows het stuurprogramma heeft geïnstalleerd en het apparaat heeft geconfigureerd, is het apparaat klaar voor gebruik. U hebt toegang tot het apparaat vanuit Windows Verkenner of vanuit elke toepassing die het apparaat ondersteunt.
Hier vindt u een meer gedetailleerde uitleg van elke stap van het Plug and Play-proces:
1. De nieuwe hardware detecteren
Wanneer een nieuw apparaat op de computer wordt aangesloten, leest het BIOS van de computer de identificatiegegevens van het apparaat uit de firmware van het apparaat. Deze informatie omvat de naam van het apparaat, de fabrikant, het modelnummer en andere details. Het BIOS geeft deze informatie vervolgens door aan het besturingssysteem.
2. Zoeken naar een chauffeur
Zodra Windows het nieuwe apparaat heeft geïdentificeerd, zoekt het naar een stuurprogramma voor het apparaat. Een stuurprogramma is een softwareprogramma waarmee Windows met het apparaat kan communiceren. Stuurprogramma's worden doorgaans geleverd door de fabrikant van het apparaat.
Windows zoekt naar een stuurprogramma op de volgende locaties:
* Het Windows-stuurprogrammaarchief. Het stuurprogrammaarchief is een opslagplaats van stuurprogramma's die vooraf zijn geïnstalleerd met Windows.
*De website van de fabrikant van het apparaat.
* De Windows Update-website.
3. Het stuurprogramma installeren en het apparaat configureren
Als Windows een stuurprogramma voor het nieuwe apparaat vindt, wordt het stuurprogramma geïnstalleerd en wordt het apparaat geconfigureerd. Dit kan gepaard gaan met het instellen van apparaatspecifieke instellingen, zoals de resolutie van het apparaat (voor een monitor) of het papierformaat van de printer.
4. Het apparaat is nu klaar voor gebruik
Zodra Windows het stuurprogramma heeft geïnstalleerd en het apparaat heeft geconfigureerd, is het apparaat klaar voor gebruik. U hebt toegang tot het apparaat vanuit Windows Verkenner of vanuit elke toepassing die het apparaat ondersteunt.
Problemen met Plug en Play-problemen oplossen
Als u problemen ondervindt om Windows een nieuw apparaat te laten herkennen, zijn er een paar dingen die u kunt controleren:
* Zorg ervoor dat het apparaat correct op de computer is aangesloten.
* Controleer de documentatie van het apparaat om te zien of er speciale instructies zijn voor het installeren van het apparaat.
* Probeer uw apparaatstuurprogramma's bij te werken.
*Als u nog steeds problemen ondervindt, kunt u voor ondersteuning contact opnemen met de fabrikant van het apparaat. |