Veel apparaten zijn inefficiënt, afhankelijk van wat u als benchmark beschouwt. Hier zijn een paar voorbeelden in verschillende categorieën:
* Gloeilampen: Deze zetten een groot deel van hun energie om in warmte in plaats van in licht, waardoor ze zeer inefficiënt zijn in vergelijking met LED's of CFL's.
* Interne verbrandingsmotoren (ICE) in auto's: Een aanzienlijke hoeveelheid energie die wordt geproduceerd door het verbranden van brandstof gaat verloren als warmte, in plaats van te worden omgezet in nuttige beweging. Elektromotoren zijn aanzienlijk efficiënter.
* Oudere CRT-televisies en monitoren: Deze gebruikten een aanzienlijke hoeveelheid stroom voor de hoeveelheid licht en beeldkwaliteit die ze produceerden. Moderne LCD- en OLED-schermen zijn veel efficiënter.
* Veel oudere apparaten: Koelkasten, wasmachines en drogers van tientallen jaren geleden waren veel minder energiezuinig dan hun moderne tegenhangers.
* Standaard kolencentrales: Deze hebben een relatief laag thermisch rendement vergeleken met nieuwere technologieën zoals gasturbines met gecombineerde cyclus of kerncentrales.
De inefficiëntie van een apparaat hangt af van het doel ervan en de gebruikte technologie. Wat in de ene context als inefficiënt wordt beschouwd, kan in een andere context acceptabel zijn. |