Wanneer het RAM-geheugen van een server volledig wordt benut, gebruikt het besturingssysteem (OS) de harde schijf (of andere secundaire opslag) om ongebruikte informatieblokken op te slaan. Dit gebeurt via een proces dat paging wordt genoemd of ruilen .
* Paging: Het besturingssysteem verdeelt zowel het RAM-geheugen als de harde schijf in blokken van vaste grootte (pagina's). Wanneer het RAM vol is, worden pagina's met gegevens die minder vaak worden gebruikt, van het RAM naar de harde schijf verplaatst (het paginabestand of de swapruimte). Wanneer die pagina's weer nodig zijn, worden ze terug in het RAM gewisseld.
* Ruilen: Vergelijkbaar met paging, maar waarbij vaak grotere hoeveelheden gegevens tegelijk worden verplaatst. Het is een minder geavanceerde methode dan paging en over het algemeen minder efficiënt.
Daarom is het antwoord de harde schijf (of andere secundaire opslag zoals een SSD- of NVMe-schijf) . Toegang tot gegevens vanaf de harde schijf is echter aanzienlijk langzamer dan toegang tot gegevens vanuit RAM, wat leidt tot een aanzienlijke prestatievermindering wanneer het systeem sterk afhankelijk is van paging of swapping (vaak "thrashing" genoemd). |