Clienttools voor toegang tot eDirectory en ontwikkelingstools voor de integratie van Linux-servers met DirXML bestaan uit verschillende componenten:
Clienthulpmiddelen voor toegang tot eDirectory:
* iManager: Een webgebaseerde beheertool voor het beheren van eDirectory. Hoewel het strikt genomen geen *client*-tool is in de zin van gebruikerstoegang, is het van cruciaal belang voor het beheer van de directory zelf, en heeft het dus invloed op de clienttoegang. Het wordt gebruikt voor het beheren van gebruikers, groepen en andere eDirectory-objecten.
* Novell-client (voor Windows): Dit biedt toegang tot eDirectory-bronnen voor Windows-gebruikers. Hoewel het niet direct van toepassing is op Linux, maakt het deel uit van het algemene eDirectory-ecosysteem. De functies variëren per versie, maar omvatten doorgaans netwerkaanmelding en het delen van bestanden en printers.
* Opdrachtregelhulpmiddelen: eDirectory biedt opdrachtregelhulpprogramma's (zoals `ldapsearch`, `ldapmodify`, etc.) voor interactie met de directoryservice. Deze zijn essentieel voor scripting- en automatiseringstaken op elk platform, inclusief Linux. Deze zijn doorgaans gebaseerd op het LDAP-protocol.
* LDAP-clients (voor Linux): Elke LDAP-client die het protocol ondersteunt dat door eDirectory wordt gebruikt, heeft er toegang toe. Voorbeelden hiervan zijn `ldapsearch`, `openldap-client` en verschillende GUI LDAP-browsers die beschikbaar zijn voor Linux. Hiermee kunnen toepassingen en gebruikers op Linux eDirectory-bronnen verifiëren en er toegang toe krijgen.
Ontwikkeltools voor het integreren van Linux-servers met DirXML:
* DirXML zelf: Dit is het kernbestanddeel. Het is middleware voor het synchroniseren van gegevens tussen eDirectory en andere directoryservices of databases. Op Linux vereist dit de installatie van het juiste pakket en de juiste configuratiebestanden.
* SDK's (Software Development Kits): DirXML bevat doorgaans SDK's die API's (Application Programming Interfaces) bieden waarmee ontwikkelaars hun aangepaste applicaties en scripts kunnen integreren met de synchronisatiemogelijkheden van DirXML. Dit kan Java, C++ of andere talen zijn.
* Scripttalen: Tools zoals Perl, Python of shell-scripting (bash, enz.) kunnen worden gebruikt om te communiceren met de API's of opdrachtregelinterfaces van DirXML voor het automatiseren van taken die verband houden met synchronisatie, monitoring en beheer van DirXML-processen op Linux-servers.
* Ontwikkelomgevingen: Standaard Linux-ontwikkeltools zoals compilers, debuggers en IDE's (Integrated Development Environments) worden gebruikt om aangepaste DirXML-integraties te ontwikkelen.
* Connectoren: De functionaliteit van DirXML is vaak afhankelijk van connectoren die specifiek zijn ontworpen voor interactie met bepaalde databases of systemen (naast eDirectory). Deze connectoren moeten mogelijk worden geconfigureerd of op maat worden ontwikkeld om bij het doelsysteem te passen.
Samenvattend impliceert toegang tot eDirectory vanuit Linux het gebruik van standaard LDAP-clients en mogelijk op maat gemaakte applicaties. Om het te integreren met DirXML voor synchronisatie op Linux, is het installeren van DirXML vereist, het gebruik van de SDK's ervan en het gebruik van geschikte ontwikkeltools en mogelijk aangepaste connectoren. Het is van cruciaal belang dat u de Novell-documentatie raadpleegt voor de specifieke versies van eDirectory en DirXML die u gebruikt, omdat de beschikbare tools en hun interfaces kunnen variëren. |