De twee applicatielaagservices die aan de server moeten worden toegevoegd om een automatisch resolutie van adres en hostbestandsnaam in een groot netwerk mogelijk te maken, zijn:
1. DNS (domeinnaamsysteem) :Dit is de primaire service voor het vertalen van domeinnamen (zoals Google.com) in IP -adressen. Hierdoor kunnen technici centraal namen beheren, waardoor de noodzaak van handmatige updates in hostbestanden wordt geëlimineerd.
2. DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) :Deze service kent automatisch IP -adressen toe aan apparaten op het netwerk. Dit elimineert de noodzaak voor technici om het IP -adres van elk apparaat handmatig te configureren.
Verklaring:
* dns is de standaard manier om hostnamen op te lossen voor IP -adressen op internet en in grote netwerken. Het biedt een hiërarchische, gedistribueerde database die domeinnamen toewijst aan IP -adressen. Wanneer een apparaat met een ander apparaat moet communiceren, gebruikt het DNS om het IP -adres van het doelwit op te zoeken.
* DHCP Automatiseert het proces van het toewijzen van IP -adressen aan apparaten. Hiermee kan een centrale server de pool van beschikbare IP -adressen beheren, adressen dynamisch toewijzen aan apparaten op het netwerk en andere netwerkinstellingen configureren.
Voordelen van de implementatie van DNS en DHCP:
* Verminderde administratieve last: Technici hoeven niet langer IP -adressen en hostbestanden handmatig te configureren.
* Verbeterde schaalbaarheid: DNS en DHCP kunnen grote aantallen apparaten en gebruikers aan.
* Verbeterde beveiliging: DNS kan helpen aanvallen te voorkomen door een centraal controlepunt voor naamresolutie te bieden.
Door deze twee services te implementeren, kan het netwerk efficiënter, schaalbaarder en veiliger worden. |