Er zijn een aantal manieren om de status van een NFS-server vanaf een clientsysteem te controleren.
1. De meest gebruikelijke manier is om het `showmount` commando te gebruiken. Met deze opdracht worden de NFS-mounts weergegeven die momenteel beschikbaar zijn voor het clientsysteem. Als de NFS-server actief en toegankelijk is, ziet u de naam van de server en het pad naar de gedeelde map.
Als u bijvoorbeeld een NFS-server heeft met de naam "server1" die de map "/home" deelt, ziet u de volgende uitvoer wanneer u het `showmount`-commando uitvoert:
```
server1:/thuis
```
2. Een andere manier om de status van een NFS-server te controleren is door het commando `rpcinfo` te gebruiken. Met deze opdracht wordt informatie weergegeven over de RPC-services die op de server worden uitgevoerd. Als de NFS-server actief is, ziet u een regel met de tekst "nfsd" in de uitvoer van het `rpcinfo`-commando.
Uit de volgende uitvoer blijkt bijvoorbeeld dat de NFS-server "server1" actief is:
```
programma nfssvc (100003):tot 2 dagen, 17:12
portmapper-poort:111
hosts:server1
```
3. U kunt ook de status van een NFS-server controleren met behulp van het `netstat`-commando. Met deze opdracht wordt een lijst weergegeven met alle actieve netwerkverbindingen op het clientsysteem. Als de NFS-server actief is, ziet u een verbinding die tot stand is gebracht met het IP-adres en poortnummer van de server.
De volgende uitvoer laat bijvoorbeeld zien dat het NFS-clientsysteem is verbonden met de NFS-server "server1" op het IP-adres 192.168.1.100 en poortnummer 2049:
```
Actieve internetverbindingen (alleen servers)
Proto Recv-Q Send-Q Lokaal adres Buitenlands adres Staat
tcp 0 0 0.0.0.0:2049 192.168.1.100:2049 GEVESTIGD
```
Als u de NFS-server niet kunt zien met een van deze opdrachten, is de kans groot dat de server niet actief is of niet toegankelijk is vanaf het clientsysteem. |