Om te controleren of een bepaalde host bereikbaar is, moet u het opdrachtregelprogramma "ping" gebruiken.
De ping-opdracht verzendt ICMP-echoverzoekpakketten (Internet Control Message Protocol) naar de opgegeven host en wacht op een ICMP-echoantwoord. Als de host bereikbaar is, reageert deze met een ICMP-echoantwoord en geeft het ping-commando de tijd weer die nodig is voor de heen- en terugreis. Als de host niet bereikbaar is, geeft het ping-commando een bericht weer dat aangeeft dat er een time-out is opgetreden bij het verzoek. |