Een voedingskabel met het juiste aantal pinnen garandeert niet dat een computer zal werken. Hoewel het *aantal* pinnen cruciaal is voor het tot stand brengen van de *fysieke* verbinding, moeten er nog veel meer dingen waar zijn:
* Juiste pin-out: Zelfs met het juiste aantal pinnen moeten ze zich op de juiste posities bevinden en de juiste spanning hebben. Een enkele verkeerd geplaatste draad of een onjuiste spanning kan ervoor zorgen dat het moederbord niet meer opstart of onmiddellijke schade veroorzaakt.
* Juiste spanningen: De voeding moet de juiste spanningen leveren (bijvoorbeeld +3,3V, +5V, +12V, -12V) bij de juiste stroomsterktes. Als de spanningen te hoog of te laag zijn, zullen componenten defect raken of kapot gaan.
* Voldoende kracht: De voeding moet voldoende wattage (gemeten in watt) leveren om alle componenten in de computer van stroom te voorzien. Onvoldoende stroom zal leiden tot instabiliteit, uitschakelingen of defecten aan componenten.
* Goede aarding: De voeding moet goed geaard zijn om elektrische schokken te voorkomen en een stabiele werking te garanderen.
* Geen kortsluiting: Een kortsluiting ergens in de kabel of aansluitingen verhindert dat de stroom het moederbord correct bereikt of kan componenten beschadigen.
* Voedingsfunctionaliteit: De voeding zelf kan defect zijn, zelfs als de kabel correct is aangesloten. Er kunnen interne problemen zijn waardoor de stroom niet correct kan worden geleverd.
Kortom, het aantal pins is slechts een zeer basisvereiste. Het gehele stroomtoevoersysteem – van het stopcontact tot de afzonderlijke componenten op het moederbord – moet correct functioneren om de computer te laten werken. Het juiste aantal pinnen is noodzakelijk, maar verre van voldoende. |