De belangrijkste verschillen tussen een servermoederbord en een standaard desktopmoederbord liggen in hun ontwerp, functies en beoogde gebruiksscenario's. Deze verschillen komen tegemoet aan de specifieke eisen van serveromgevingen die prioriteit geven aan betrouwbaarheid, prestaties onder zware belasting en beheerbaarheid.
Hier volgt een overzicht van de belangrijkste verschillen:
* CPU-ondersteuning: Servermoederborden ondersteunen vaak meerdere CPU's (multi-socket), waardoor een aanzienlijk grotere verwerkingskracht mogelijk is. Desktop-moederborden ondersteunen doorgaans slechts één CPU. Zelfs serverborden met één socket hebben de neiging om hogere CPU's te gebruiken die zijn ontworpen voor langdurige, zware werkbelastingen, vergeleken met CPU's van consumentenkwaliteit.
* Geheugen: Serverborden ondersteunen over het algemeen grotere hoeveelheden RAM en maken vaak gebruik van geregistreerde DIMM's (RDIMM's) of Load-Reduced DIMM's (LRDIMM's) die zijn ontworpen voor hogere betrouwbaarheid en stabiliteit in grotere geheugenconfiguraties. Desktopborden gebruiken doorgaans niet-gebufferde DIMM's (UDIMM's). Serverborden ondersteunen vaak ook ECC-geheugen (Error-Correcting Code), dat fouten detecteert en corrigeert, wat cruciaal is voor de gegevensintegriteit in servertoepassingen.
* Uitbreidingsslots: Hoewel beide uitbreidingsslots hebben, kunnen servermoederborden meer en verschillende soorten slots bieden (zoals meer PCI-e-slots voor netwerkkaarten, RAID-controllers, enz.). Ze zijn vaak ontworpen voor specifieke uitbreidingskaarten die zijn afgestemd op serverbehoeften.
* Netwerken: Servermoederborden integreren vaak meerdere netwerkinterfaces (NIC's) met hogere bandbreedtemogelijkheden voor snellere gegevensoverdracht. Desktop-moederborden hebben doorgaans slechts één of twee NIC's, vaak met een lagere bandbreedte.
* Opslag: Servermoederborden bieden vaak meer SATA/SAS-poorten of ondersteuning voor snellere interfaces zoals NVMe PCIe-schijven. Ze hebben mogelijk ook geïntegreerde RAID-controllers voor gegevensredundantie en prestaties. Desktopborden hebben doorgaans minder SATA-poorten en minder geavanceerde opslagopties.
* Voeding: Serverborden hebben vaak redundante voedingen (RPS) nodig om downtime te voorkomen in geval van een stroomstoring. Desktopborden gebruiken doorgaans één enkele voeding.
* Beheerfuncties: Servermoederborden bevatten meestal functies zoals IPMI (Intelligent Platform Management Interface) voor extern beheer en monitoring van de server, een cruciaal onderdeel voor datacenters. Desktopborden missen zulke geavanceerde beheermogelijkheden.
* Vormfactor: Servermoederborden hebben vaak andere vormfactoren dan desktopborden. Ze kunnen groter zijn en ontworpen om te passen in serverchassis met specifieke koelings- en stroomvereisten.
* Betrouwbaarheid en duurzaamheid: Servermoederborden zijn gebouwd voor continu gebruik en hebben vaak componenten die robuuster zijn en ontworpen om hogere temperaturen en stress te weerstaan. Ze ondergaan strengere kwaliteitscontroles.
Kortom:een desktop-moederbord is ontworpen voor individueel gebruik, waarbij prioriteit wordt gegeven aan een evenwicht tussen kosten en prestaties voor typische toepassingen. Een servermoederbord is ontworpen voor bedrijfskritische omgevingen met hoge beschikbaarheid, waarbij betrouwbaarheid, schaalbaarheid en beheerbaarheid boven alles prioriteit krijgen, zelfs tegen hogere kosten. |