Een moederbord heeft niet slechts drie apparaatcontrollers; het heeft er veel, afhankelijk van het model en de functies ervan. Er zijn echter drie *grote* categorieën controllers die vaak op een moederbord worden aangetroffen:
1. Chipset: Dit is niet één enkele controller, maar een groep controllers geïntegreerd in een enkele chip of een set chips. De chipset beheert de communicatie tussen de CPU, het geheugen (RAM) en andere randapparatuur. Het bevat vaak controllers voor zaken als:
* PCI Express (PCIe): Beheert de communicatie met uitbreidingskaarten (grafische kaarten, netwerkkaarten, enz.).
* SATA: Beheert opslagapparaten zoals harde schijven en SSD's.
* USB: Beheert USB-apparaten.
2. Geheugencontroller: Deze controller beheert de communicatie tussen de CPU en het RAM. Het is in moderne systemen vaak rechtstreeks in de CPU zelf geïntegreerd, maar de chipset speelt nog steeds een rol in de manier waarop het geheugen werkt.
3. I/O-controllerhub (Southbridge): Hoewel de term 'soutbridge' minder gebruikelijk is nu veel functies in de chipset zijn geïntegreerd, vertegenwoordigt dit conceptueel het deel van de chipset dat langzamere I/O-apparaten verwerkt, zoals:
* Oude I/O: Oudere interfaces zoals PS/2, parallelle poorten (nu zeldzaam) en oudere seriële poorten. (Veel moderne moederborden laten deze weg)
* Audiocontroller: Verwerkt audio-invoer en -uitvoer.
* Netwerkcontroller (soms): Hoewel de Southbridge steeds vaker werd afgehandeld door speciale controllers op uitbreidingskaarten, kon hij nog steeds het ingebouwde netwerk aan.
Het is belangrijk om te onthouden dat dit een vereenvoudiging is. Eén modern moederbord kan tientallen verschillende controllers bevatten, die allemaal samenwerken om de verschillende apparaten die op het systeem zijn aangesloten te beheren. |