Statisch RAM (SRAM) is aanzienlijk duurder dan dynamisch RAM (DRAM) vanwege een aantal belangrijke architectonische verschillen:
* Complexere schakelingen per bit: SRAM slaat elk bit aan gegevens op met behulp van een flip-flop, waarvoor zes transistors nodig zijn. DRAM daarentegen gebruikt een enkele transistor en een condensator per bit. Dit eenvoudiger ontwerp maakt DRAM veel goedkoper te vervaardigen.
* Hoger aantal transistors: Het hogere aantal transistors in SRAM vertaalt zich direct in een grotere chipgrootte voor dezelfde hoeveelheid geheugen. Grotere matrijzen betekenen hogere productiekosten, hogere defectpercentages en een lagere opbrengst (percentage geproduceerde bruikbare chips).
* Hoger energieverbruik: Het flip-flop-ontwerp van SRAM verbruikt voortdurend stroom om de gegevens te behouden, zelfs als het inactief is. DRAM hoeft de condensatorlading slechts periodiek te verversen, wat leidt tot een aanzienlijk lager energieverbruik. Dit verschil in energieverbruik heeft zowel gevolgen voor de productiekosten (grotere eisen aan de stroomvoorziening en warmteafvoer) als voor de bedrijfskosten.
* Kleinere dichtheid: Vanwege de complexiteit en het hogere aantal transistors krijg je in SRAM minder bits geheugen per oppervlakte-eenheid silicium in vergelijking met DRAM. Deze lagere dichtheid drijft de kosten per bit verder op.
* Productieprocessen: Hoewel vooruitgang in de productie de kloof heeft verkleind, profiteert SRAM over het algemeen minder van het krimpen van procesknooppunten (waardoor transistors kleiner worden) dan DRAM, in verhouding tot kostenbesparingen.
Samenvattend dragen de hogere complexiteit, het hogere aantal transistors, het grotere stroomverbruik en de lagere dichtheid van SRAM in vergelijking met DRAM allemaal bij aan de aanzienlijk hogere kosten. Hoewel SRAM hogere toegangssnelheden biedt en geen periodieke vernieuwing vereist, worden deze voordelen voor veel toepassingen gecompenseerd door het aanzienlijke kostenverschil. |