Een projector is niet fysiek *bevestigd* aan een laptop, zoals een muis of toetsenbord. In plaats daarvan zijn ze verbonden via een van deze methoden:
* HDMI: Dit is de meest gebruikelijke en algemeen geprefereerde methode. De meeste laptops en projectoren hebben een HDMI-poort. Je gebruikt eenvoudig een HDMI-kabel om de twee met elkaar te verbinden. Dit zorgt voor video en audio van hoge kwaliteit.
* VGA: Een oudere standaard, VGA, wordt nog steeds aangetroffen op sommige oudere laptops en projectoren. Het maakt gebruik van een 15-pins D-sub-connector. Hoewel functioneel, is de beeldkwaliteit over het algemeen lager dan die van HDMI.
* DisplayPort: DisplayPort, een andere digitale interface, biedt hoge bandbreedte en ondersteunt hogere resoluties dan HDMI. Het wordt steeds gebruikelijker, maar niet zo alomtegenwoordig als HDMI.
* USB-C (met DisplayPort Alt-modus of Thunderbolt): Sommige nieuwere laptops en projectoren ondersteunen video-uitvoer via een USB-C-poort. Hiervoor is vereist dat de USB-C-poort DisplayPort Alternate Mode (DP Alt Mode) of Thunderbolt ondersteunt. Deze kan vaak zowel video als stroom verzenden, dus u kunt uw projector mogelijk via de laptop zelf van stroom voorzien.
* Draadloos: Sommige projectoren hebben ingebouwde Wi-Fi of ondersteunen draadloze verbindingen via andere methoden (zoals Miracast of AirPlay). Hierdoor is er geen fysieke kabel meer nodig, maar er kan configuratie nodig zijn en er kunnen soms latentieproblemen of een lagere beeldkwaliteit optreden in vergelijking met bekabelde verbindingen.
Om uw projector aan te sluiten:
1. Identificeer de poorten op uw laptop en projector. Controleer de achterkant of zijkanten van beide apparaten.
2. Kies de juiste kabel. Gebruik een HDMI-kabel als beide apparaten HDMI-poorten hebben. Als dit niet het geval is, gebruik dan de op één na best beschikbare optie (VGA, DisplayPort, USB-C).
3. Sluit de kabel aan. Sluit het ene uiteinde aan op de uitvoerpoort van de laptop (vaak aangeduid met "HDMI", "VGA", "DisplayPort" of "USB-C") en het andere uiteinde op de invoerpoort van de projector.
4. Zet de projector aan. Zodra het is ingeschakeld, zou uw laptop het automatisch moeten detecteren. Mogelijk moet u de invoerbron op de projector aanpassen (vaak met behulp van een knop of menu op de projector zelf) om de juiste invoer te selecteren (bijvoorbeeld HDMI1, VGA).
5. Uw scherm uitbreiden of dupliceren. Met de weergave-instellingen van uw laptop kunt u uw bureaublad uitbreiden naar de projector, uw laptopscherm spiegelen, of de projector gebruiken als een tweede, onafhankelijk beeldscherm.
Als u draadloze projectie gebruikt, raadpleeg dan de handleiding van uw projector voor de specifieke instructies. Meestal gaat het hierbij om het downloaden van een app op uw laptop of het gebruik van ingebouwde functies van het besturingssysteem. |