Er is geen enkele uitvinder van het elektronische computertijdperk. Het was het resultaat van tientallen jaren werk van talloze individuen. Enkele sleutelfiguren waarvan de bijdragen cruciaal waren, zijn onder meer:
* Alan Turing: Zijn theoretische werk op het gebied van berekeningen, waaronder de Turing-machine, legde de basis voor de moderne informatica. Hoewel hij geen computer bouwde zoals we die nu kennen, waren zijn conceptuele bijdragen essentieel.
* John von Neumann: Zijn von Neumann-architectuur, die het ontwerp van een computer beschrijft met een centrale verwerkingseenheid, geheugen en invoer-/uitvoerapparaten, vormt de basis voor bijna alle moderne computers.
* Konrad Zuse: Hij ontwierp en bouwde de Z3, door velen beschouwd als de eerste werkende programmeerbare, volautomatische digitale computer.
* Charles Babbage: Hoewel zijn Analytical Engine tijdens zijn leven nooit volledig werd gebouwd vanwege technologische beperkingen, anticipeerde zijn ontwerp op veel kenmerken van moderne computers, waardoor hij een belangrijke voorloper werd. Het werk van Ada Lovelace aan de motor van Babbage wordt ook als zeer belangrijk beschouwd.
* Grace Hopper: Ze was een pionier op het gebied van computerprogrammering en ontwikkelde een van de eerste compilersystemen, waarbij voor mensen leesbare code werd vertaald naar machine-instructies.
Vele anderen hebben cruciale bijdragen geleverd op gebieden als logische schakelingen, transistors en geïntegreerde schakelingen (te veel om uitputtend op te noemen). Het ‘elektronische computertijdperk’ was een gezamenlijke inspanning, een geleidelijke evolutie, aangedreven door de collectieve vindingrijkheid van talloze wetenschappers, ingenieurs en wiskundigen. |