Computers kunnen op verschillende manieren worden geclassificeerd, afhankelijk van de gebruikte criteria. Hier zijn enkele veel voorkomende classificaties:
1. Op grootte en verwerkingskracht:
* Supercomputers: De krachtigste computers, die extreem complexe berekeningen en enorme datasets kunnen verwerken. Gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek, weersvoorspellingen en simulaties.
* Mainframes: Grote, krachtige computers die zijn ontworpen voor verwerking van grote volumes en transactieverwerking. Vaak gebruikt door grote organisaties voor kritische toepassingen.
* Minicomputers: Historisch gezien kleiner en minder krachtig dan mainframes, maar nog steeds in staat om meerdere gebruikers tegelijkertijd te ondersteunen. Deze categorie vervaagt door de opkomst van krachtige servers.
* Servers: Computers die zijn ontworpen om via een netwerk diensten te verlenen aan andere computers. Deze variëren in grootte en kracht van kleine bestandsservers tot krachtige databaseservers.
* Werkstations: Krachtige computers die zijn ontworpen voor individuele gebruikers die veeleisende taken uitvoeren, zoals 3D-modellering, videobewerking of wetenschappelijke simulaties.
* Persoonlijke computers (pc's): Desktops, laptops, tablets en smartphones ontworpen voor individuele gebruikers voor algemeen computergebruik.
2. Per doel/architectuur:
* Computers voor algemeen gebruik: Ontworpen om een breed scala aan taken uit te voeren. De meeste pc's, laptops en servers vallen in deze categorie.
* Computers voor speciale doeleinden: Ontworpen voor een specifieke taak of toepassing. Voorbeelden zijn onder meer ingebedde systemen in auto's, apparaten en industriële besturingssystemen.
* Analoge computers: Verwerk continue datasignalen in plaats van discrete digitale data. Tegenwoordig minder gebruikelijk.
* Digitale computers: Verwerk discrete gegevens die worden weergegeven als binaire cijfers (0s en 1s). De overgrote meerderheid van moderne computers.
* Hybride computers: Combineer aspecten van zowel analoge als digitale computers.
3. Volgens instructiesetarchitectuur (ISA):
* x86: Een veel voorkomende ISA die op de meeste pc's en servers wordt aangetroffen.
* ARM: Een populaire ISA die wordt gebruikt in mobiele apparaten, embedded systemen en sommige servers.
* RISC-V: Een nieuwere open-source ISA die aan populariteit wint.
* Er bestaan andere ISA's, maar deze komen minder vaak voor. De ISA dicteert hoe de processor instructies begrijpt en uitvoert.
4. Per besturingssysteem:
* Vensters: Een populair besturingssysteem voor pc's en servers.
* macOS: Het besturingssysteem voor Apple-computers.
* Linux: Een familie van open-source besturingssystemen die worden gebruikt in servers, embedded systemen en pc's.
* Android: Een besturingssysteem dat voornamelijk voor mobiele apparaten is bedoeld.
* iOS: Het besturingssysteem voor mobiele apparaten van Apple.
Deze classificaties sluiten elkaar niet uit; een computer kan in meerdere categorieën vallen. Een high-end werkstation kan bijvoorbeeld een computer voor algemeen gebruik zijn die een x86-architectuur gebruikt waarop Windows draait. De meest relevante classificatie hangt af van de context en de specifieke kenmerken waarmee rekening wordt gehouden. |