De eerste UNIVAC I-computer werd gekocht door het United States Census Bureau .
De aard van hun werk paste om verschillende redenen perfect bij computers:
* Enorme gegevensverwerking: Het Census Bureau verwerkt enorme hoeveelheden gegevens. Het handmatig verwerken van de gegevens uit de volkstelling van 1950 zou jaren hebben geduurd. Het vermogen van de UNIVAC om informatie aanzienlijk sneller te verwerken dan mensen was cruciaal.
* Herhaalde berekeningen: Censusgegevens vereisen talrijke berekeningen, samenvattingen en tabellen. Computers blinken uit in het snel en nauwkeurig uitvoeren van deze repetitieve taken, waardoor de kans op menselijke fouten wordt geminimaliseerd.
* Statistische analyse: Het Bureau moest complexe statistische analyses uitvoeren op de verzamelde gegevens om conclusies te trekken en bevolkingstrends te begrijpen. De rekenkracht van de UNIVAC maakte geavanceerde statistische modellering mogelijk die handmatig onmogelijk of onpraktisch zou zijn geweest.
* Gegevensopslag en ophalen: De mogelijkheid om grote hoeveelheden censusgegevens op te slaan en snel op te halen was een aanzienlijk voordeel. De magneetbandtechnologie van UNIVAC was een aanzienlijke verbetering ten opzichte van handmatige registratiemethoden.
Kortom, de behoefte van het Census Bureau aan snelle verwerking van enorme datasets, repetitieve berekeningen en geavanceerde statistische analyses maakte hen tot de ideale eerste klant voor een machine als de UNIVAC I. De omvang en aard van hun werk kwamen perfect overeen met de mogelijkheden van de computer, wat het transformerende potentieel ervan aantoonde. |