Navigatiesystemen: Computers in auto's geven stapsgewijze aanwijzingen, waardoor bestuurders de weg naar hun bestemming kunnen vinden en vertragingen tot een minimum worden beperkt.
Verkeerscontrole: Computers regelen de verkeersstroom via verkeerslichten en sensoren. Ze verzamelen gegevens over verkeerspatronen en passen signaaltimings aan om de verkeersstroom te optimaliseren, waardoor congestie en reistijden worden verminderd.
Voertuigonderhoud: Computers in voertuigen monitoren verschillende systemen en componenten en waarschuwen bestuurders voor eventuele problemen die onmiddellijke aandacht behoeven. Dit preventieve onderhoud helpt storingen te voorkomen, het risico op ongevallen te verminderen en de reparatiekosten te minimaliseren.
Emissiebeheersing: Computers in auto's regelen de motorprestaties en emissies, zodat voertuigen aan de emissienormen voldoen. Ze monitoren voortdurend de emissieniveaus en passen de motorfuncties dienovereenkomstig aan, waardoor de milieu-impact van transport wordt verminderd.
Veiligheidsfuncties: Computers in moderne voertuigen vergroten de veiligheid door functies te bieden zoals airbags, antiblokkeerremsystemen (ABS), elektronische stabiliteitscontrole (ESC) en waarschuwingssystemen voor het verlaten van de rijstrook. Deze systemen zijn afhankelijk van computeralgoritmen om de voertuigdynamiek te monitoren en indien nodig in te grijpen om ongevallen te voorkomen.
Autonome voertuigen: Computers spelen een cruciale rol in autonome voertuigen, die het potentieel hebben om een revolutie in het transport teweeg te brengen. Door gebruik te maken van geavanceerde sensoren, camera's en computerverwerking kunnen autonome voertuigen zonder menselijke tussenkomst over wegen navigeren, waardoor veiligere en efficiëntere mobiliteitsoplossingen worden geboden. |