Transistoren verving vacuümbuizen als het primaire schakelmechanisme in computers, waardoor hogere verwerkingssnelheden en een lager energieverbruik mogelijk waren.
Geïntegreerde circuits (IC's) geminiaturiseerde elektronische schakelingen op een enkele halfgeleiderchip, waardoor complexere en compactere computers mogelijk worden.
Grootschalige integratie (LSI) technologie maakte de integratie van duizenden of zelfs miljoenen transistors op één IC mogelijk, waardoor de rekenkracht verder toenam.
Very Large Scale Integration (VLSI) technologie zette de trend van miniaturisering voort, waardoor nog hogere niveaus van integratie en prestaties mogelijk werden.
Microprocessor introduceerde het concept van een enkele, op zichzelf staande verwerkingseenheid die geprogrammeerd kon worden om een reeks taken uit te voeren.
Persoonlijke computers (pc's) bracht rekenkracht naar individuele gebruikers, democratiseerde de toegang tot technologie en maakte brede adoptie mogelijk.
Grafische gebruikersinterfaces (GUI's) maakte computers gebruiksvriendelijker door grafische elementen en pictogrammen te introduceren, waardoor de afhankelijkheid van opdrachtregelinterfaces werd verminderd.
Internetwerken Technologieën, met name de ontwikkeling van het internet en het World Wide Web, hebben computers wereldwijd met elkaar verbonden en een revolutie teweeggebracht in de communicatie, samenwerking en het delen van informatie.
Parallel computergebruik ontstond als een manier om de kracht van meerdere processors te benutten die tegelijkertijd werken om complexe problemen op te lossen.
Cloudcomputing introduceerde een computermodel waarbij bronnen, zoals opslag- en verwerkingskracht, op afstand toegankelijk zijn via internet, waardoor de hardwarekosten worden verlaagd en de flexibiliteit wordt vergroot.
Kwantumcomputers belooft exponentiële versnellingen voor bepaalde soorten berekeningen, met het potentieel om een revolutie teweeg te brengen in velden als cryptografie, financiën en materiaalkunde. |