Persoonlijke computers (pc's)
- Desktopcomputers: Ontworpen voor algemeen gebruik en doorgaans op een bureau of werkstation geplaatst.
- Laptopcomputers (laptops): Draagbare computers die onderweg kunnen worden gebruikt.
- Tabletcomputers (tablets): Mobiele apparaten met touchscreen-interfaces en beperkte toetsenbordmogelijkheden.
- Smartphones: Mobiele telefoons met geavanceerde computermogelijkheden en touchscreen-interfaces.
- Netbooks: Kleine, lichtgewicht laptops met beperkte rekenkracht en opslag.
Servers
- Bestandsservers: Bewaar en beheer bestanden voor meerdere gebruikers binnen een netwerk.
- Printservers: Beheer afdruktaken en controleer de toegang tot printers binnen een netwerk.
- Applicatieservers: Host en lever softwareapplicaties aan klanten binnen een netwerk.
- Webservers: Host en lever websites aan gebruikers via internet.
- Databaseservers: Bewaar en beheer grote hoeveelheden gestructureerde gegevens voor meerdere gebruikers.
Mainframes
- Grote, krachtige computers die worden gebruikt voor kritieke bedrijfstoepassingen, gegevensverwerking en grootschalige transacties.
Supercomputers
- Extreem krachtige computers die worden gebruikt voor complex wetenschappelijk onderzoek, simulaties en data-analyse.
Ingebedde computers
- Kleine, gespecialiseerde computers die zijn ingebouwd in apparaten zoals apparaten, auto's, medische apparatuur en industriële machines.
Werkstations
- Krachtige computers ontworpen voor gespecialiseerde taken zoals grafisch ontwerp, videobewerking, wetenschappelijk onderzoek en technische simulaties.
Gamingconsoles
- Gespecialiseerde computers die voornamelijk zijn ontworpen voor het spelen van videogames. |