Een diavoorstelling, in zijn eenvoudigste vorm, vereist niet noodzakelijkerwijs vijf afzonderlijke hardwareonderdelen. Meestal zijn er maar één of twee nodig. Als we echter uitweiden over een presentatiescenario en bijbehorende ondersteunende hardware, zijn hier vijf:
1. Computer (laptop of desktop): Dit is de kern; het voert de diavoorstellingsoftware uit en geeft de presentatie weer.
2. Projector: Om de diavoorstelling op een groter scherm voor een publiek te tonen.
3. Scherm/projectorscherm: Het oppervlak waarop de projector de diavoorstelling weergeeft.
4. Afstandsbediening (klikker): Wordt gebruikt om dia's vooruit te laten gaan tijdens de presentatie.
5. Microfoon: Om ervoor te zorgen dat de stem van de presentator duidelijk hoorbaar is voor het publiek, vooral in grotere ruimtes.
Dit zijn allemaal gebruikelijke toevoegingen aan een presentatie-opstelling en kunnen worden beschouwd als "hardware" die betrokken is bij de levering van de diavoorstelling. |