In de context van hardwareapparaten is een hub een centraal verbindingspunt voor apparaten in een netwerk. Het is een eenvoudig apparaat dat alle ontvangen gegevens doorstuurt naar alle andere apparaten die erop zijn aangesloten, ongeacht de beoogde ontvanger. Zie het als een repeater met meerdere poorten.
Belangrijkste kenmerken van een hardwarehub:
* Uitzending: Het verzendt alle inkomende gegevens naar elke poort, zelfs als slechts één apparaat deze nodig heeft. Dit is inefficiënt en kan leiden tot netwerkcongestie, vooral in grotere netwerken.
* Half-duplexcommunicatie: Apparaten die op een hub zijn aangesloten, kunnen slechts één keer gegevens verzenden of ontvangen, niet tegelijkertijd. Dit draagt verder bij aan mogelijke knelpunten.
* Laag 1-bewerking: Een hub werkt op de fysieke laag (laag 1) van het OSI-model. Het gaat uitsluitend om de fysieke overdracht van databits, niet om adressering of routering.
* Beperkte intelligentie: In tegenstelling tot switches beschikken hubs niet over de intelligentie om de gegevens te onderzoeken en de bestemming ervan te bepalen.
Vanwege hun inefficiëntie en beperkingen zijn hubs in moderne netwerken grotendeels vervangen door switches. Switches zijn veel efficiënter omdat ze gegevens alleen doorsturen naar de beoogde ontvanger. |