In zijn oorspronkelijke betekenis verwees de term 'hardware' naar fysieke machines en gereedschappen, vooral die gemaakt van harde materialen zoals metaal of hout. Het omvatte een breed scala aan artikelen die werden gebruikt voor de bouw, de bouw en de productie. Het concept van hardware zoals wij dat in de context van computers begrijpen, ontstond echter later.
Het verband tussen de historische betekenis van hardware en computers kan worden teruggevoerd tot de begindagen van de computer, toen machines groot, complex en fysiek imposant waren. De term 'hardware' werd toegepast op de fysieke componenten en apparaten waaruit deze vroege computers bestonden. Deze omvatten het mainframe of de centrale verwerkingseenheid (CPU), invoer-/uitvoerapparaten (I/O) zoals toetsenborden en printers, opslagmedia zoals magneetbanden en ponskaarten, en verschillende elektronische schakelingen en componenten.
Naarmate computers evolueerden en compacter werden, werd de term 'hardware' nog steeds gebruikt om de fysieke componenten van een computersysteem te beschrijven. Dit omvat de centrale verwerkingseenheid (CPU), Random Access Memory (RAM), opslagapparaten (harde schijven, solid-state drives), invoer/uitvoer (I/O)-poorten (USB, HDMI, enz.), grafische kaarten , geluidskaarten, netwerkadapters en andere uitbreidingskaarten.
In tegenstelling tot hardware verwijst de term 'software' naar de instructies en programma's die de werking van een computer besturen en beheren. Software omvat het besturingssysteem, de applicatiesoftware en diverse andere softwarecomponenten die op de computer worden uitgevoerd.
In moderne computers omvat de term 'hardware' alle fysieke componenten en apparaten waaruit een computersysteem bestaat. Het vormt de tastbare basis waarop software werkt en biedt de noodzakelijke middelen en functionaliteit voor het uitvoeren van taken, het verwerken van gegevens en het mogelijk maken van gebruikersinteractie. |