1. Processor (CPU)
De processor, ook wel de centrale verwerkingseenheid (CPU) genoemd, is het brein van de computer. Het is verantwoordelijk voor het uitvoeren van instructies, het verwerken van gegevens en het controleren van de informatiestroom tussen verschillende delen van de computer. De CPU bestaat uit verschillende componenten, waaronder de rekenkundige logische eenheid (ALU), die wiskundige en logische bewerkingen uitvoert, en de besturingseenheid, die de stroom van gegevens en instructies beheert.
2. Geheugen (RAM)
Geheugen, ook bekend als Random Access Memory (RAM), wordt gebruikt om gegevens en instructies op te slaan die momenteel door de CPU worden verwerkt. RAM bestaat uit een reeks halfgeleiderchips waar zeer snel van kan worden gelezen en geschreven. De hoeveelheid RAM in een computer bepaalt hoeveel programma's tegelijkertijd kunnen worden uitgevoerd en hoe snel ze toegankelijk zijn.
3. Opslag (HDD, SSD)
Opslagapparaten worden gebruikt om gegevens op te slaan die momenteel niet door de CPU worden verwerkt. Opslagapparaten omvatten harde schijven (HDD's) en solid-state drives (SSD's). HDD's gebruiken draaiende schijven om gegevens op te slaan, terwijl SSD's flashgeheugen gebruiken om gegevens op te slaan. SSD's zijn sneller en betrouwbaarder dan HDD's, maar ze zijn ook duurder. |