Vier veelgebruikte methoden voor het aansluiten van apparatuur op de fysieke laag zijn:
1. Twisted Pair-kabel: Hierbij worden paren geïsoleerde koperdraden gebruikt die in elkaar zijn gedraaid om elektromagnetische interferentie (EMI) en overspraak te verminderen. Vaak gebruikt in Ethernet-netwerken en telefoonlijnen. Er bestaan variaties (bijvoorbeeld Cat5e, Cat6) die verschillende bandbreedtemogelijkheden bieden.
2. Coaxkabel: Deze bestaat uit een centrale geleiderdraad omgeven door een isolatielaag, een geleidend schild en een buitenmantel. Biedt een betere afscherming dan twisted pair, waardoor het geschikt is voor toepassingen die een hoge bandbreedte en weerstand tegen interferentie vereisen, zoals kabeltelevisie en sommige oudere Ethernet-netwerken.
3. Glasvezelkabel: Hierbij worden strengen glas of plastic gebruikt om gegevens als lichtpulsen over te brengen. Biedt aanzienlijk hogere bandbreedte en langere transmissieafstanden dan op koper gebaseerde oplossingen, waardoor het ideaal is voor langeafstandstelecommunicatie en hogesnelheidsdatanetwerken.
4. Draadloze verbindingen: Dit omvat verschillende technologieën zoals Wi-Fi (802.11-standaarden), Bluetooth en mobiele netwerken (bijvoorbeeld 4G, 5G). Deze gebruiken radiogolven om gegevens te verzenden zonder dat er fysieke kabels nodig zijn, wat flexibiliteit biedt maar mogelijk een lagere beveiliging en bandbreedte in vergelijking met bekabelde oplossingen, afhankelijk van de specifieke technologie en omgeving. |