Het belangrijkste prestatievoordeel van het gebruik van interrupts voor synchronisatie tussen apparaatstuurprogramma's en apparaten ligt in efficiëntie en reactievermogen . In plaats van dat de bestuurder het apparaat voortdurend ondervraagt (herhaaldelijk de status ervan controleert), zorgen interrupts ervoor dat het apparaat de bestuurder *alleen* een signaal geeft wanneer* het aandacht nodig heeft. Dit verbetert de prestaties op verschillende manieren aanzienlijk:
* Verminderde CPU-overhead: Polling vergt aanzienlijke CPU-cycli, vooral als het apparaat langzaam of onregelmatig werkt. Interrupts elimineren deze verspilde CPU-tijd. De CPU kan zich op andere taken concentreren totdat het apparaat gereed is, wat resulteert in betere algehele systeemprestaties.
* Verbeterd reactievermogen: Interrupts zorgen voor een veel responsiever systeem. Wanneer een apparaat onderhoud nodig heeft (bijvoorbeeld gegevensoverdracht voltooid, fouttoestand), signaleert het onmiddellijk de CPU via een interrupt. Hierdoor kan de bestuurder snel reageren, waardoor de latentie wordt geminimaliseerd en tijdige afhandeling van apparaatgebeurtenissen wordt gegarandeerd. Polling daarentegen heeft een inherente latentie omdat de driver de status van het apparaat alleen met bepaalde tussenpozen controleert.
* Beter gebruik van hulpbronnen: Door CPU-tijd alleen te gebruiken wanneer dat nodig is, maakt interrupt-gestuurde communicatie de processor vrij voor andere taken. Dit leidt tot een beter gebruik van hulpbronnen en een efficiënter systeem als geheel.
Kortom, interrupts bieden een asynchroon, gebeurtenisgestuurd mechanisme voor apparaatcommunicatie, wat resulteert in een veel efficiënter en responsiever systeem vergeleken met de constante controle die gepaard gaat met polling. De CPU wordt niet belast met onnodig werk en het systeem kan sneller reageren op apparaatgebeurtenissen. |