De adresbus stuurt niet rechtstreeks een statussignaal *terug* naar de CPU. De adresbus is unidirectioneel; het draagt adressen *van* de CPU *naar* geheugen of I/O-apparaten.
Het statussignaal wordt via de databus teruggestuurd naar de CPU . Het is echter niet de *gehele* databus, maar eerder een specifiek deel ervan of een afzonderlijke set lijnen gewijd aan statussignalen, vaak binnen de grotere databusstructuur. Deze statussignalen geven zaken aan als:
* Toegang tot geheugen gelukt/mislukt: Is de geheugenbewerking succesvol voltooid?
* I/O-apparaatstatus: Is het apparaat gereed? Is de I/O-bewerking geslaagd?
* Onderbrekingsverzoeken: Een apparaat wil de aandacht van de CPU.
* Alu-vlaggen (Arithmetic Logic Unit): Resultaten van een rekenkundige bewerking (bijvoorbeeld carry, overflow, zero).
Dus hoewel de *informatie* via de databus wordt vervoerd, is het van cruciaal belang om te begrijpen dat de statusinformatie verschilt van de gegevens die uit het geheugen worden gelezen of ernaar worden geschreven. Het is nauwkeuriger om te zeggen dat de databus naast de gegevens ook statussignalen *bevat. Er is geen enkele speciale "statusbus". |