Bij IP-adressering (IPv4 en IPv6) is een IP-adres verdeeld in twee delen:het netwerkgedeelte en het hostgedeelte. Deze verdeling wordt bepaald door het subnetmasker. Het subnetmasker fungeert als een stencil en geeft aan welke bits van het IP-adres tot het netwerk behoren en welke tot de host.
Netwerkgedeelte:
* Identificeert het netwerk: Dit deel van het IP-adres geeft aan tot welk netwerk een bepaald apparaat behoort. Alle apparaten op hetzelfde netwerk hebben hetzelfde netwerkgedeelte in hun IP-adressen.
* Bepaald door het subnetmasker: Het subnetmasker gebruikt binaire 1's om het netwerkgedeelte aan te geven en 0's om het hostgedeelte aan te geven. Een bitsgewijze AND-bewerking tussen het IP-adres en het subnetmasker levert het netwerkadres op.
* Voorbeeld (IPv4): Laten we zeggen dat een IP-adres 192.168.1.10 is en het subnetmasker 255.255.255.0. Het netwerkgedeelte is 192.168.1.0 omdat het subnetmasker aangeeft dat het laatste octet (het .0-gedeelte) de host vertegenwoordigt.
Hostgedeelte:
* Identificeert het specifieke apparaat: Dit deel van het IP-adres identificeert op unieke wijze een bepaald apparaat binnen het netwerk. Geen twee apparaten op hetzelfde netwerk kunnen hetzelfde hostgedeelte hebben.
* Bepaald door het subnetmasker: Zoals gezegd definiëren de nullen van het subnetmasker het hostgedeelte.
* Voorbeeld (IPv4): Als we het bovenstaande voorbeeld voortzetten, is het hostgedeelte van 192.168.1.10 .10.
Visueel voorbeeld (IPv4):
Laten we binair gebruiken om het duidelijker te maken:
* IP-adres: 192.168.1.10 (11000000.10101000.00000001.00001010)
* Subnetmasker: 255.255.255.0 (11111111.11111111.11111111.00000000)
Een bitsgewijze AND uitvoeren:
```
11000000.10101000.00000001.00001010
11111111.11111111.11111111.00000000
----------------------------------
11000000.10101000.00000001.00000000 (192.168.1.0 - Netwerkadres)
```
De overige bits (00001010) vertegenwoordigen het hostgedeelte.
IPv6: Het concept is hetzelfde, maar het subnetmasker wordt anders weergegeven en het adresseringsschema is veel complexer. In plaats van een decimale notatie met stippellijnen gebruikt IPv6 een hexadecimale notatie, en subnetmaskers worden vaak uitgedrukt met behulp van de CIDR-notatie (bijvoorbeeld /64).
In wezen is het begrijpen van het netwerk en de hostgedeelten cruciaal voor netwerkbeheer, routering en juiste netwerkconfiguratie. Het definieert hoe apparaten binnen een netwerk worden gegroepeerd en geïdentificeerd. |