Er is niet één specifieke term voor elk apparaat op een netwerk. Het hangt af van wat voor soort apparaat en welke functie het dient. Hier zijn enkele gemeenschappelijke termen die worden gebruikt om apparaten op een netwerk te beschrijven:
door functie:
* server: Biedt services aan andere apparaten op het netwerk (bijv. Bestandsserver, printserver, webserver).
* client: Verzoekt services van servers (bijv. Computers, telefoons, tablets).
* router: Verbindt verschillende netwerken samen en stuurt het verkeer tussen hen door.
* schakelaar: Verbindt apparaten binnen hetzelfde netwerk en stuurt verkeer naar de beoogde ontvanger.
* firewall: Beschermt een netwerk tegen ongeautoriseerde toegang.
* Gateway: Hiermee kunnen apparaten op het ene netwerk communiceren met apparaten op een ander netwerk (meestal internet).
* Toegangspunt: Een draadloos apparaat waarmee apparaten via Wi-Fi verbinding kunnen maken met een netwerk.
per type:
* computer: Een algemene term voor apparaten die informatie kunnen verwerken en met gebruikers kunnen communiceren.
* printer: Een apparaat dat harde kopieën van documenten produceert.
* Telefoon: Een apparaat dat wordt gebruikt voor spraakcommunicatie, vaak met internetconnectiviteit.
* tablet: Een mobiel computerapparaat met een touchscreen.
* Internet of Things (IoT) -apparaat: Een apparaat met internetconnectiviteit, vaak gebruikt om gegevens te verzamelen en te verzenden (bijv. Smart Home -apparaten, sensoren).
Algemene voorwaarden:
* knooppunt: Elk apparaat dat is aangesloten op een netwerk.
* host: Een apparaat dat kan worden aangepakt en toegankelijk op het netwerk.
De beste term om te gebruiken hangt af van de context. U kunt bijvoorbeeld naar een computer verwijzen als een "client" als deze services van een server aanvraagt, of als een "host" als deze een website host. |