Routers
Routers verbinden verschillende netwerken en zorgen ervoor dat gegevens tussen die netwerken kunnen worden verzonden. Een router ontvangt datapakketten van het ene netwerk, bepaalt het beste pad voor deze pakketten om hun bestemmingsnetwerk te bereiken en stuurt de datapakketten vervolgens door naar de volgende hop in de route. Routers werken op de netwerklaag van de TCP/IP-stack en gebruiken routeringsprotocollen zoals Open Shortest Path First (OSPF) of Border Gateway Protocol (BGP) om de beste route te bepalen waarmee datapakketten hun bestemming kunnen bereiken. |