Muizen zijn opportunistisch en leven in een verrassend grote verscheidenheid aan huizen, zowel natuurlijke als door de mens gemaakte. Ze zoeken vooral onderdak dat biedt:
* Bescherming tegen roofdieren: Dit is de belangrijkste factor. Ze hebben plekken nodig waar ze zich kunnen verstoppen en kunnen ontsnappen aan katten, uilen, slangen en andere dieren.
* Toegang tot voedsel en water: De nabijheid van voedselbronnen is van cruciaal belang, evenals de toegang tot een waterbron, ook al is het alleen maar condensatie.
* Warmte en veiligheid tegen de elementen: Ze geven de voorkeur aan warme, droge ruimtes en vermijden extreme temperaturen en vocht.
Daarom kunnen muizen leven in:
* Huizen en gebouwen: Dit omvat huizen, appartementen, schuren, schuren, garages en andere constructies met openingen of scheuren waar ze doorheen kunnen dringen. Ze nestelen zich vaak in lege muren, onder vloeren, achter apparaten of in opslagruimtes.
* Natuurlijke omgevingen: In het wild nestelen ze in ondergrondse holen, in rotsspleten, onder boomstammen, in holle bomen of in dichte vegetatie. Velden, bossen en graslanden bieden allemaal potentiële leefgebieden.
In wezen is overal waar de basisbehoeften van onderdak, voedsel en water aanwezig zijn, geschikt voor muizen om een thuis te creëren. De specifieke locatie binnen die structuur of omgeving zal afhangen van de beschikbaarheid van deze hulpbronnen en het beveiligingsniveau tegen roofdieren. |