De muistechniek die wordt gebruikt om toegang te krijgen tot de eigenschappen van een object is sterk afhankelijk van de context (de software of het systeem dat u gebruikt). Er is niet één universeel antwoord. Enkele veelvoorkomende scenario's zijn echter:
* Contextmenu's (klik met de rechtermuisknop): Als u met de rechtermuisknop op een object klikt (zoals een bestand, afbeelding of element in een softwaretoepassing), verschijnt er vaak een contextmenu. In dit menu worden eigenschappen en acties weergegeven die verband houden met dat object, zodat u deze kunt bekijken of wijzigen.
* Eigendominspecteurs/panelen: Veel toepassingen (vooral toepassingen die verband houden met ontwerp, ontwikkeling of datavisualisatie) beschikken over speciale eigendomsinspecteurs of panelen. U kunt het object selecteren en de eigenschappen ervan worden weergegeven en kunnen worden bewerkt in een apart venster of gebied binnen de toepassing. Dit maakt niet direct gebruik van muisklikken om de eigenschappen *toegang* te krijgen, maar de initiële selectie van het object doet dat zeker wel.
* Hoveren/Tooltips: Als u uw muiscursor over een object beweegt, kan er tooltip verschijnen waarin enkele eigenschappen ervan worden weergegeven. Dit is een passieve techniek, waarvoor geen directe klikken nodig zijn.
* Slepen en neerzetten: In sommige geavanceerde interfaces kunt u een eigenschapswaarde van de ene plaats naar het object slepen om de eigenschap te wijzigen.
Kortom, er bestaat niet één enkele ‘muistechniek’. De werkwijze is volledig afhankelijk van het ontwerp van de gebruikersinterface van de specifieke applicatie of het systeem waarmee u werkt. |