De drie belangrijkste aanwijzingen die worden gebruikt met microcomputers zijn:
1. muis: Het meest voorkomende aanwijzingsapparaat, de muis gebruikt een klein, handheld -apparaat met een of meer knoppen om een cursor op het scherm te verplaatsen. Het kan mechanisch zijn (met een rollende bal) of optisch (met behulp van een sensor om beweging te detecteren).
2. touchpad: Vaak op laptops gevonden, is een touchpad een aanraakgevoelig oppervlak waarmee de gebruiker de cursor kan bedienen door er een vinger overheen te slepen.
3. Trackball: Net als een muis, maar met de bal bovenop, zorgt de trackball voor nauwkeurige controle door de bal met je duim of vingers te rollen.
Hoewel dit de drie meest voorkomende wijzende apparaten zijn, zijn er andere minder gemeenschappelijke opties zoals touchscreens, wijzende sticks en stylussen. |