Oorsprong in de grafische industrie
De geschiedenis van het toetsenbord gaat terug tot het midden van de 19e eeuw, toen typemachines werden uitgevonden. De eerste typemachines, ontwikkeld in de jaren 1860, hadden een toetsenindeling die was gebaseerd op de lay-out van de drukpers. De meest gebruikte letters, zoals 'e', 't', 'a' en 'o', zijn in het midden van het toetsenbord geplaatst om het typen te vergemakkelijken.
De QWERTY-indeling
De QWERTY-indeling, die nog steeds de standaardindeling is die tegenwoordig op de meeste toetsenborden wordt gebruikt, kwam tot stand als resultaat van een toevallige ontmoeting tussen typemachine-uitvinder Christopher Latham Sholes en een telegraafoperator genaamd James Densmore. In de jaren zeventig van de negentiende eeuw werkten Sholes en Densmore aan een typemachine toen ze merkten dat ze regelmatig fouten maakten. Ze realiseerden zich dat het probleem was dat de sleutels van de meest gebruikte letters te dicht bij elkaar lagen.
Om dit probleem op te lossen, herschikten ze de toetsen zodat de meest gebruikte letters verder uit elkaar kwamen te staan. Ze hebben ook een spatiebalk toegevoegd om te voorkomen dat de toetsen aan elkaar blijven plakken. Deze opstelling, die nu bekend staat als de QWERTY-indeling, maakte het typen veel gemakkelijker en sneller.
De blijvende kracht van de QWERTY-indeling
De QWERTY-indeling werd al snel de standaard voor typemachines en uiteindelijk voor computers. Ondanks de bekende inefficiëntie (bijvoorbeeld omdat de meest gebruikte letters niet in de meest ideale ergonomische posities zijn geplaatst), is de QWERTY-indeling de standaard gebleven vanwege de alomtegenwoordigheid ervan en het gemak waarmee de overgang van typemachines naar computers verloopt. |