Vorm: Rattensporen zijn langwerpig en smal, met vijf tenen. De tenen hebben een afgerond uiteinde met kleine klauwen. Achtervoetsporen tonen soms duidelijk de klauwen, zo niet volledig in de modder, met vier tenen naar voren gericht en een verschoven tenen aan de achterkant die iets naar buiten wijst (zoals sommige afdrukken van menselijke sandalen!)

Staart slepen: Ratten slepen vaak met hun staart en laten een lijn achter in het stof of de sneeuw

Patronen: Rattensporen worden vaak aangetroffen tijdens rennen, of goed gedefinieerde routes die ratten herhaaldelijk kunnen afleggen. Rattenpaden volgen muren op richels, op balken onder vloeren, langs spanten/spanten en nokpalen op zolders waar het van onderaf gezien beschut en verborgen is. Ratten hebben meestal vaste routes die ze volgen als ze voedsel terug naar het nest brengen; bij het verlaten en betreden van hun nestholen; wanneer ze regelmatig terug moeten pendelen naar een bron van warmte, bijvoorbeeld van binnen naar buiten.