Er zijn verschillende manieren waarop een dove persoon een computer kan gebruiken. Enkele van de meest voorkomende methoden zijn:
* Een tekst-naar-spraakprogramma (TTS) gebruiken. Een TTS-programma zet tekst om in gesproken audio, die via de luidsprekers of hoofdtelefoon van de computer kan worden afgespeeld. Hierdoor hebben dove mensen toegang tot dezelfde informatie als horende mensen, zelfs als ze deze niet kunnen horen.
* Een schermlezer gebruiken. Een schermlezer is een softwareprogramma dat de tekst op het scherm hardop voorleest, inclusief koppelingen, knoppen en andere bedieningselementen. Hierdoor kunnen dove mensen door de computerinterface navigeren en toegang krijgen tot informatie, zelfs als ze het scherm niet kunnen zien.
* Gebruik van gebarentaalherkenningssoftware. Gebarentaalherkenningssoftware maakt gebruik van een camera om de bewegingen van iemands handen en vingers te volgen en vertaalt deze bewegingen vervolgens in tekst of gesproken audio. Hierdoor kunnen dove mensen communiceren met horende mensen die geen gebarentaal kennen.
* Met behulp van een TTY (teletypemachine). Een TTY is een apparaat waarmee dove mensen via de telefoon met anderen kunnen communiceren door berichten heen en weer te typen. Deze technologie wordt nog steeds door sommige dove mensen gebruikt, hoewel deze grotendeels is vervangen door nieuwere communicatiemethoden.
Naast deze specifieke technologieën kunnen dove mensen ook een verscheidenheid aan andere computerhulpmiddelen en -programma's gebruiken, zoals tekstverwerkers, spreadsheets en e-mail. Met de juiste hulpmiddelen en aanpassingen kunnen dove mensen computers gebruiken om alles te doen wat horende mensen ook kunnen. |