Er bestaat niet één ‘beste’ RAID-niveau voor een thuiscomputer, aangezien de ideale keuze sterk afhangt van uw prioriteiten:
* RAID 0 (striping): Biedt de hoogste snelheden door gegevens over meerdere schijven te verdelen. Het biedt echter *geen* redundantie. Als één schijf defect raakt, gaan *alle* gegevens verloren. Over het algemeen niet aanbevolen voor thuisgebruik, tenzij u back-ups hebt en snelheid van het grootste belang is en u zich op uw gemak voelt met het risico.
* RAID 1 (spiegelen): Biedt redundantie door gegevens over twee schijven te spiegelen. Dit is uitstekend voor gegevensbescherming, maar gebruikt slechts de helft van de totale schijfcapaciteit. De prestaties zijn meestal iets langzamer dan die van een enkele schijf, maar veel sneller dan die van een enkele schijf als een schijf uitvalt (leessnelheden zijn hoger, aangezien de leessnelheid vanaf beide schijven kan zijn). Een goede optie als gegevensverlies uw grootste zorg is.
* RAID 5 (Striping met pariteit): Biedt een balans tussen snelheid en redundantie. Gegevens worden verdeeld over meerdere schijven, waarbij pariteitsinformatie over alle schijven wordt verdeeld. Het kan één schijfstoring tolereren. Vereist minimaal drie schijven. De prestaties zijn goed, maar langzamer dan RAID 0. Het herbouwproces als een schijf defect raakt, kan traag zijn en druk uitoefenen op de resterende schijven. Niet de beste keuze als snelheid een zeer hoge prioriteit heeft. Sommigen beweren dat dit minder geschikt is voor thuisgebruik vanwege de herbouwproblemen.
* RAID 6 (Striping met dubbele pariteit): Vergelijkbaar met RAID 5, maar kan *twee* schijffouten tolereren. Vereist minimaal vier schijven. Biedt uitstekende redundantie, maar heeft een prestatieverlies. Over het algemeen overdreven voor thuisgebruik, tenzij je echt bedrijfskritische gegevens hebt.
* RAID 10 (RAID 1+0): Combineert spiegelen en strepen. Gegevens worden gespiegeld over twee sets schijven, en vervolgens worden deze sets samengevoegd. Biedt zowel snelheid als redundantie, maar vereist minimaal vier schijven en is qua opslagcapaciteit de duurste optie. Biedt uitstekende prestaties en redundantie en maakt het een sterke concurrent, maar is duurder dan de andere opties.
Voor de meeste thuisgebruikers is RAID 1 (mirroring) vaak het beste compromis. Het biedt uitstekende gegevensbescherming zonder de complexiteit en mogelijke prestatieverminderingen van RAID 5 of 6. De kosten zijn de verminderde bruikbare opslagcapaciteit.
Alternatieven om te overwegen:
* JBOD (slechts een stel schijven): Dit is geen RAID-niveau, maar behandelt eenvoudigweg meerdere schijven als individuele schijven. Het biedt geen redundantie, maar is eenvoudiger te beheren. Je hebt nog steeds back-ups nodig.
* Software RAID versus hardware RAID: Software RAID gebruikt de CPU van uw computer voor RAID-verwerking, terwijl hardware RAID een speciale RAID-controller gebruikt. Hardware RAID is over het algemeen sneller en betrouwbaarder, vooral voor grotere arrays. Software RAID is echter eenvoudiger in te stellen op budgetsystemen.
Voordat u een RAID implementeert:
* Maak regelmatig een back-up van uw gegevens. Geen enkel RAID-systeem is waterdicht. Een goede back-upstrategie is cruciaal, ongeacht het gekozen RAID-niveau.
* Denk na over de kosten: RAID-systemen vereisen meerdere harde schijven, waardoor de initiële investering toeneemt.
* Begrijp de beperkingen: Elk RAID-niveau heeft zijn sterke en zwakke punten. Kies het niveau dat het beste past bij uw behoeften en risicotolerantie.
Kortom, geef prioriteit aan uw behoeften. Als gegevensveiligheid voorop staat, is RAID 1 waarschijnlijk het beste. Als snelheid een must is en u over uitstekende back-ups beschikt, overweeg dan RAID 0 (maar dit is ZEER riskant). Voor een combinatie, en als je veel schijven hebt en complexiteit niet erg vindt, zijn RAID 10 of RAID 5 (met voorzichtigheid met betrekking tot het herbouwproces) opties. Maar maak altijd een back-up van uw gegevens! |