Een laptop heeft per definitie geen aparte computertoren nodig, omdat alle benodigde componenten, inclusief de processor, het geheugen, de opslag en de invoer-/uitvoerpoorten, in één draagbare eenheid zijn geïntegreerd. In tegenstelling tot een desktopcomputer, die uit een afzonderlijke CPU-toren en een monitor bestaat, combineert een laptop deze componenten tot een op zichzelf staand apparaat dat is ontworpen voor mobiel gebruik. Hierdoor kan een laptop zelfstandig functioneren zonder dat er een externe computertoren nodig is. |