De iPad 3 (officieel de iPad (3e generatie)) werd *tijdens de oprichting* op geen enkele significante manier "gebruikt". De betrokken ontwerp-, engineering- en productieprocessen gingen over het bouwen ervan, niet over het gebruik ervan. Ingenieurs en ontwerpers hebben *tijdens* het ontwikkelingsproces uitgebreid gebruik gemaakt van prototypes om de functionaliteit te testen, het ontwerp te verfijnen en verschillende aspecten van de hardware en software te beoordelen. Maar dit was niet hetzelfde als dagelijks gebruik.
Toen het eenmaal klaar was en vrijgegeven voor het publiek, werd het gebruikt voor een breed scala aan taken, waaronder:
* Mediaconsumptie: Video's bekijken, e-boeken lezen, door foto's bladeren.
* Gamen: Verschillende apps en games spelen.
* Communicatie: E-mail, videogesprekken, sociale media.
* Productiviteit: Notities maken, documenten bewerken, surfen op het internet.
* Creativiteit: Tekenen, schilderen (met compatibele accessoires).
De vraag moet dus specifieker zijn. Het werd pas na de release "gebruikt" op de manier waarop een consument het zou gebruiken. Tijdens de creatie ervan werd het intensief getest en verfijnd. |